| [ vorige: Woody (6) ]
- [ Overzicht ]
- [ volgende: Essent toernooi 2005: Amateurs 1 ]
 
 Roken, Niet roken ?Schaken, en dan vooral  in lokaal clubverband, werd vanouds geassocieerd met een
zaal vol oude mannen met dampende sigaren. In mijn beginjaren bij een club,
vanaf 1992, klopte dit allang niet meer. Okee, het publiek was wel wat ouder dan
in de doorsnee sportkantine, maar ook toen zag je al twee kampen. De niet-rokers
en de verstokte sigaretten- en shagpaffers. Een enkeling was de halve
schaakpartij aan het fikkiesteken in zijn pijp en ja, een paar ouwe mannetjes
met een sigaar heb ik ook nog meegemaakt. Maar de laatste gepoederde bolknak was allang in rook opgegaan voor ik bij
mijn eerste club kwam. Nestor Harry Fleischeuer zat altijd zijn plukjes
sigarettenas van e1 en d1 te wapperen (of e8 als hij zwart had) en Wiel Vroomen
had wilde havana's. Of soms een Corona, als hij met een stuk vóór uit de opening
kwam. In de KNSB-gids werd bij alle clubs ook keurig vermeld wat de ter plaatse
geldende rookregels waren. Toen in Sittard, maar vanaf 1997 ook voor mij in Hoogeveen, was bij club- en
bondsjaarvergaderingen al jaren de kwestie: Roken of Niet-roken. Volgens goed
Nederlands gebruik is het grootste deel van de jaren negentig een redelijk
compromis gehanteerd, dat roken op de clubavond pas was toegestaan na vertrek
van de jeugdspelers. In het archief vond ik twee brieven over dit onderwerp. Een van Van
Grijfland uit 1982 met het verzoek aan het bestuur om de een jaar eerder
gemaakte afspraak op de ledenvergadering om tot 9 uur niet te roken strakker te
handhaven. En een van eerste-teamspeler Van Bergen die in 1985 wegens het roken
van zijn clubleden zijn lidmaatschap om gezondheidsredenen opzegde. Overigens, het kon ook anders. Onze nieuwe materiaalcommissaris Rudi Danker
kwam van het eerbiedwaardige 'Doesborghsche Schaakgenootschap' (anno 1873, even
oud als de KNSB) en die club was al voor 1986 een van de eerste rookvrije
schaakclubs in Nederland! Daarna werd elke paar jaar, ook in Hoogeveen, de aanvangstijd voor de toch
steeds in aantal afnemende rokers steeds met een half of heel uurtje
opgeschoven. Een jaar of drie, vier geleden besloot de Nosbo dat er bij
Nosbo-wedstrijden in het geheel niet meer gerookt mocht worden. Inmiddels is de wetgeving zover aangescherpt dat de gemeente in alle
buurthuizen een totaal rookverbod heeft afgekondigd. De laatste verslaafden
staan nu af en toe voor de deur (of soms toch nog in het halletje) van Salawaku
aan hun peuk te trekken. En nu ik dit opschrijf, hoelang zou het nog duren voor
het woordje "peuk" niet meer in de Van Dale wordt opgenomen? Nog een aardige anekdote van Van der Kooy over roken op de club eind jaren
dertig: "In hotel Frederiks werd driftig gerookt, wat ik me als chronisch
astma-patiënt goed herinner. Zo speelde ik daar eens een partij tegen dhr. Koppe
uit Noordseschut, een verwoed pijproker. Als tegenweer kauwde ik kauwgom, wat
aanleiding werd van een klein incident dat ik me nog levendig herinner. Ik had
nl. niet zo handig kauwgomresten gedeponeerd in het asbakje op tafel. Toen Koppe
nogal hardhandig, met mistroostig gezicht -want hij stond slecht- zijn pijp
uitklopte in de asbak, bleef de kauwgom aan zijn pijp vastplakken. Geërgerd
poogde hij mijn uitkauwsel er af te krijgen, wat niet goed lukte. Ik verwachtte
een woede-uitbarsting, maar die bleef uit. Ook verloor hij nog de partij. En
zonder een woord te zeggen stond hij op en vertrok." 
 Aanzet november 2003, Auteur: Frans van Amerongen |