|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Hoogeveensche Courant 5 september 2003 Levendige startavond competitieHet schaakseizoen is van start gegaan met de eerste ronde van het bekertoernooi. Het was een drukke avond, omdat er behalve drie nieuwe volwassen leden ook vijf jeugdleden voor het eerst meespeelden in de seniorencompetitie. De loting had de verwachte mengeling opgeleverd van aan elkaar gewaagde tegenstanders en partijen waar het sterkteverschil zo groot was dat de sterkste bij remise uitgeschakeld zou zijn. En zoals altijd waren er enkele prominenten die meteen in deze ronde werden uitgeschakeld.
Met de nieuwe jeugdleden liep het heel verschillend af. Tijmen Norel en Edwin de Jonge troffen in van Til en Jansen wel erg sterke tegenstanders tegen wie ze geen schijn van kans maakten. Christian v/d Wollenberg trof W. de Jong, de rode lantaarndrager van het afgelopen seizoen. Ze speelden een erg snel en rommelig potje, waarin beide partijen geweldige kansen lieten lopen en waaruit Christian verrassend als winnaar uit de bus kwam. Van de nieuwe seniorleden werden mw. Agasi en Schulte verslagen door de routine van Reinders en De Berg, maar strafte W. v/d Neut, vader van onze jonge belofte Marc, een paar foutjes van Galenkamp doeltreffend af. Marc overzag in het eindspel een schaakje van v/d Meer dat hem een paard en de partij kostte. De regel dat bij meer dan 150 Elo-punten verschil de sterkste bij remise wordt uitgeschakeld, werd een drietal spelers fataal. Van der Sluijs probeerde het heel lang tegen Hofstra, maar kwam niet door de verdediging heen en stond uiteindelijk zelfs minder. Van Amerongen kon uit zijn gedwongen scherpe opzet geen voordeel slepen en schikte zich op een halfleeg bord in de onvermijdelijke uitschakeling. Van de Star kwam tegen Snuverink wel beter te staan, maar in plaats van rustig af te wikkelen naar een eindspel met minstens een pion meer deed hij nog even een extra uitval. Snuverink vond een onverwachte verdediging en toen was het nota bene v/d Star zelf die om onmiddellijk mat te voorkomen moest vluchten in eeuwig schaak, met uitschakeling als gevolg. Lange tijd leek het erop dat ook Verwijs met remise voor de bijl zou gaan, maar Bottema liet de vijandige koning, in het eindspel een zeer aanvallend stuk, te ver binnendringen en verloor alsnog. De twee andere remises waren tussen ongeveer gelijkwaardige tegenstanders en werden door loting beslist in het voordeel van De Jonge en Antheunisse. Van Hoorn kon in iets mindere stelling ineens een kwaliteit veroveren van Van Seventer en Jonker besloot zijn partij tegen Hofstee, waar hij al goed uit de opening was gekomen, met een onverwacht fraai dameoffer.
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||